De RDA wordt opgenomen in het nieuwe artikel 3.52a in de Wet inkomstenbelasting 2001. De R&D-aftrek geldt niet alleen voor de inkomstenbelasting maar ook voor de vennootschapsbelasting. De RDA krijgt een opzet die nauw aansluit bij de uitvoeringspraktijk van de WBSO.
Naast de S&O-verklaring zal Agentschap NL de hoogte van de direct aan speur- en ontwikkelingswerk toerekenbare kosten en investeringen vaststellen. Vervolgens wordt hiervan een bepaald percentage genomen en de uitkomst daarvan wordt vastgelegd in een beschikking: de RDA-beschikking.
De belastingplichtige kan de RDA-beschikking eenvoudig verzilveren door het bedrag van deze beschikking als aftrekpost op te nemen in zijn fiscale winstberekening. De Belastingdienst zal met betrekking tot de RDA vervolgens enkel controleren of de hoogte van de door de belastingplichtige in zijn winstberekening opgenomen aftrekpost overeenkomt met het bedrag dat is vermeld op de door het Agentschap NL afgegeven RDA-beschikking.
Direct toerekenbare kosten
De vraag wat voor de RDA moet worden verstaan onder “direct toerekenbare kosten of uitgaven” zal worden beantwoord in lagere regelgeving. Daarbij zal onder andere ook worden ingegaan op de vraag hoe wordt omgegaan met bedrijfsmiddelen in gemengd gebruik. De kosten van aan derden uitbesteed speur- en ontwikkelingswerk komen in beginsel niet in aanmerking voor de RDA.
Budget en hoogte aftrek
Het voor de RDA uitgetrokken budget loopt op van € 250 miljoen in 2012, € 375 miljoen in 2013 naar structureel € 500 miljoen vanaf 2014.
De RDA verlaagt de belastbare winst. Het nettovoordeel voor de belastingplichtige is het product van de RDA en het marginale tarief in de inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting.
De hoogte van de RDA wordt bepaald door de grondslag – bestaande uit de R&D-kosten (niet-loonkosten) en R&D-investeringen – te vermenigvuldigen met een RDA-percentage. Het RDA-percentage voor 2012 wordt, uitgaande van een budget van € 250 miljoen, voorzien op 40%. Dit vertaalt zich – uitgaande van een marginaal tarief in de vennootschapsbelasting van 25% – in een nettovoordeel van 10% in 2012. Mocht in 2012 nog geen betrouwbare uitvoeringsinformatie beschikbaar zijn, dan zal het nettovoordeel voor dat jaar worden vastgesteld op 13,5%.
De hoogte van het tarief vanaf 2014 en verder wordt bepaald door het beschikbare budget (€ 500 miljoen vanaf 2014) en de ontwikkeling van de RDA-grondslag. Zowel grondslag als percentage zullen bij algemene maatregel van bestuur definitief worden ingevuld.
De RDA wordt structureel gefinancierd uit het omzetten van specifieke subsidies, met name voor innovatie. De realisatie van het budgettaire beslag van de RDA kan pas na afloop van het begrotingsjaar definitief worden vastgesteld. Aan de hand van de op dat moment bekende onderuitputting of overschrijding kunnen dan voor een volgend jaar de parameters van de regeling worden bijgesteld.
AMvB
De RDA krijgt zijn verdere grondslag in een algemene maatregel van bestuur (AMvB). Daarin worden regels met betrekking tot de aanvraag en de afgifte van de beschikking, voorschriften inzake de door de belastingplichtige bij te houden administratie en eventuele sanctiebepalingen en regels inzake bezwaar en beroep opgenomen.
Er zal aansluiting worden gezocht bij de vormgeving van de WBSO om dubbele gegevensaanlevering en administratieverplichtingen te vermijden. Dit geldt ook met betrekking tot controles door Agentschap NL, die gecombineerd plaats kunnen vinden.
In de AMvB wordt zo nodig ook aandacht besteed aan de mogelijke samenloop met andere fiscale maatregelen (zoals de KIA, EIA en MIA).
Eventuele aanpassingen
In het voorjaar van 2012 wordt bekeken hoe de voordelen van de RDA verdeeld zijn over het midden- en kleinbedrijf (mkb) en grote ondernemingen. Daarbij wordt voor de RDA indien nodig of wenselijk een nadere begrenzing (door een plafond) of differentiatie gegeven.
De looptijd van de RDA is vooralsnog niet beperkt vanuit oogpunt van investeringszekerheid. Wel wordt de regeling na vijf jaar geëvalueerd.
11-10-2011: Ministerie van ELI